Onderweg naar Jamaica

20 september 2020

Gegroet beste lezer!

Wat leuk dat je er weer bij bent. Ik werd door een aantal mensen vriendelijk verzocht om mijn blog weer eens bij te werken, dus zit ik hier weer met ontzettend veel plezier in mijn kostbare vrije tijd een hele tekst bij elkaar te tikken. Alsof ik dat nog niet genoeg doe met al die verslagen, waarvan ik inmiddels één bijna af heb. Nu nog maar vier te gaan ...

Nee al dat schrijfwerk valt eigenlijk wel mee, maar het andere grote onderdeel van mijn stage, het takenboek, is een groter probleem. Dit bevat honderden opdrachten die je eens moet uitvoeren of meemaken, waarvan minstens de helft afgetekend moet zijn aan het eind van je eerste stage. Helaas krijg ik tot nu toe vooral simpele klusjes, en word ik amper betrokken bij werk dat kwalificeert voor dat vervloekte boek. Poetsen, dweilen, schuren, verven en vegen staat er namelijk allemaal niet in. Niet dat ik het erg vind om dat te doen, maar ik ben hier natuurlijk ook om dingen te leren, en de afgelopen dagen waren nou niet heel educatief. Daarom ben ik van plan om na het weekend te vragen of ik voortaan een deel van de werkdag ook een beetje mag meehelpen met die machinisten. Het lijkt er namelijk niet op dat ze zelf met het aanbod komen. Ze zijn nog steeds niet zo gezellig trouwens, maar de communicatie tussen ons gaat wel steeds beter.

Tot zo ver de zeik alinea ;)

Zoals de titel doet vermoeden varen we nu vlak bij de Carib. De verwachting is dat we morgenavond de haven van Kingston binnen zullen varen. Aan de horizon zie ik al wat eilandjes verschijnen, het zonnetje schijnt lekker, en het water is prachtig blauw. Afgelopen donderdag lagen we in Savannah, waar de kapitein heuse 'shore passes' bemachtigd had. Dit betekende dat we tegen alle verwachtingen in toch nog eens van het schip af mochten! Om twee uur in de middag werden we vervolgens door een busje van het zeemanshuis naar een winkelcentrum gebracht. Bij winkelcentrum hoef je trouwens niet aan zoiets als een leuke Europese binnenstad te denken, met mooie straatjes vol met café's, restaurants en weet ik wat. Nee eerder een zootje asfalt met wat winkels eromheen, een beetje dat idee wanneer je in Nederland naar de bouwmarkt gaat. De VS is immers ontworpen met de automobilist in gedachten, waarschijnlijk dat ze daarom ook allemaal zo dik zijn. 

Het binnen varen bij New York eerder deze week was wel indrukwekkend. Je zag al van ver de skyline boven de horizon uitkomen, later voeren we echt langs Manhattan en het vrijheidsbeeld. Het deed pijn om zo dichtbij die stad te zijn, maar niet van het schip te kunnen.
In de machinekamer hadden we een tijdje terug ook een interessante klus, toen er een zuiger uit de hoofdmotor getrokken moest worden. Voor wie een beetje verstand van verbrandingsmotoren heeft: het betreft een joekel met een diameter van 600 cm. De zes cylinders van die motor zijn zo groot dat ik er binnen in kan staan. 
En vandaag hadden we voor het eerst een drill. In dit toneelstukje deden we alsof het schip verlaten moest worden via de vrijevalboot, hierna moest er een brand worden geblust in het washok. Als de pleuris echt uitbreekt, hoop ik dat er voor een andere volgorde gekozen wordt.

Verder beleef ik weinig spannends hier, het is gewoon werk. Het voelt alsof ik al maanden aan het varen ben, maar tegelijkertijd vliegt de tijd voorbij. Ik vind het allemaal prima.

Nou we spreken wel weer eens, tot de volgende!

Groet, Jur

3 Reacties

  1. Vador:
    20 september 2020
    Mooi verhaal Jur, veel plezier in de carib!
  2. Deine mutti:
    20 september 2020
    Oh, wat geniet ik toch weer van jouw verhalen, superleuk dat je weer iets laat horen op deze manier!
  3. Helen:
    24 september 2020
    Met veel plezier alle “saaie” dingen gelezen Jur. Leuk om op deze manier toch een beetje beeld bij je leven aan boord te krijgen. Veel plezier en succes. Mooi dat je de werkzaamheden boven nog te goed hebt. 👍🏻